Het wonderlijke gentiaanblauwtje

Ik las gisteren op de vrt nieuws-website over het nakende uitsterven van het gentiaanblauwtje, een prachtig blauw vlindertje dat bij ons enkel voorkomt in de Kempense heidegebieden. Niet alleen bij ons, maar in andere Europese gebieden waar hij thuishoort, wordt de soort bedreigd. De afgelopen 25 jaar is hij met 20 tot 50 % achteruitgegaan. En dat is bitter jammer! Niet enkel omdat het zo'n mooi, zeldzaam vlindertje is, maar ook omdat Moedertje Natuur hem een vernuftig systeem heeft geleerd om zich voort te planten.

Foto van een gentiaanblauwtje van fotograaf Nina De Vries, gevonden op www.vlinderstichting.nl

Gentiaanblauwtjes kun je spotten tussen half juni en eind augustus. Met wat geluk kun je ze zien dartelen boven de heide, waar ze zich voeden met nectar van de gewone dophei. De waardplant van deze vlinder is echter de klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe). Klokjesgentiaan komt zowel voor in natte heide als in heischrale graslanden en onbemeste hooilanden op veen. In Vlaanderen is natte heide het vegetatietype waarin de soort nog het meest te vinden is. Door verdroging, maar ook bij sterke vernatting of door verzuring gaat klokjesgentiaan achteruit. De soort staat dan ook op de Rode Lijst, zowel in Vlaanderen als in Nederland.

Het vrouwtje van het gentiaanblauwtje zet haar eitjes af op knoppen van de klokjesgentiaan. En dan liefst nog op klokjesgentiaan dat groeit in de omgeving van een nest van bossteekmieren (Myrmica ruginodis) of moerassteekmieren (Myrmica scabrinodis). Ze kan de aanwezigheid van deze mieren blijkbaar detecteren, waarschijnlijk aan hun geur.

En dan komt het! Uit de eitjes komen een aantal rupsen die zich een weg vreten door de zachte delen van de bloem. Wanneer de rups haar buikje vol heeft, laat ze zich vallen. Dit doet ze liefst vroeg in de avond, want dan zijn de genoemde waardmieren het meest actief. De rups scheidt een geur af, die zeer sterk lijkt op de geur van de larven van de mieren. De mieren aanzien de rups dus als één van hen en nemen ze mee naar hun nest, waar de rups in alle veiligheid kan overwinteren. Ze wordt er door de mieren gevoed en beschermd. In het voorjaar verpopt de rups en in juni of juli komt er uit de pop een nieuw gentiaanblauwtje. De vlinder is niet meer chemisch gecamoufleerd zoals de rups en de pop en moet zich snel uit de voeten maken. Het ontpoppen gebeurt dan ook vroeg in de ochtend, wanneer de mieren het minst actief zijn. De vlinder haast zich naar buiten, klimt snel de hoogte in en zal pas daar zijn vleugels openpompen.

Door verdroging, verzuring en vermesting gaat de kwaliteit van het leefgebied van klokjesgentiaan en het gentiaanblauwtje achteruit. Open terreinen groeien vaker dicht en het zaad van de klokjesgentiaan kan moeilijker ontkiemen. Het leefgebied van het gentiaanblauwtje is ook sterk versnipperd. Gentiaanblauwtjes zijn zeer honkvast en zijn slecht in staat om nieuwe gebieden te koloniseren. In een versnipperd leefgebied is er dus weinig genetische uitwisseling tussen populaties.

Dat alles zorgt er dus helaas voor dat dit wonderlijke vlindertje stilletjesaan aan het verdwijnen is.

Link naar het artikel op vrtnws Klokjesgentiaan met gentiaanblauwtje. Foto van Valerie Goethals op www.ecopedia.be

Volg me ook op Mastodon